Bezoek aan Koyasan I
Gepubliceerd op 27 april 2010
Op uitnodiging van een vroegere consul- generaal van Zwitserland zijn we naar Koyasan afgereisd. Het ligt een 95 km van Ashiya, wat wil zeggen 2 ½ uur per auto, maar via een smalle, een baans, slingerweg, die vaak eindeloos vol kan zijn. Men kan ook per trein. De trein is een goed alternatief, zoals zo vaak in Japan met zijn smalle wegen en eindeloze STOP- ( maar vooral geen verkeersregelings-) lichten ( men beweert zelfs dat deze met opzet dag en nacht langdurig op rood staan, ook wanneer er geen verkeer is, om het treingebruik te bevorderen, de verkeersdoorstroming te belemmeren waardoor minder ongevallen of wat voor andere reden dan ook om het autogebruik te ontmoedigen) maar, afhankelijk van de aansluitingen, 3 uur en 10 minuten. Eerst per lokale trein van Ashiya naar Namba Osaka, dan “sneltrein” welke toch nog vaak stopt en die aan het eind een langzame, naar 400 meter klimmend- en- slingerend- om- en- door- bergjes trein wordt. Uitstappen bij station Gokurakubashi, dan overstappen in kabeltrein De reden om ons uit te nodigen was een culturele. Er zou een fluit en dans vertoning worden gegeven. De voornaamste reden was om ook anderen te tonen dat Koyasan zo een bijzondere plaats was. Vooral qua sfeer en authenticiteit. Hier werd in 816 door de Buddhistische monnik Kūkai, postuum: Kōbō-Daishi, een klooster gesticht als begin punt van de, later zo genoemde Shingon sekte van het Japanse Buddhisme. Deze stroming kenmerkt zich door een esoterische benadering; kennis bij een kring van ingewijden bekend, soms geheim te noemen, vaak door mondelinge overdracht door gegeven, en meestel in persoonlijk contact, niet in grote groepen met overdracht door geschreven teksten, zoals bij het exoterische Buddhisme. Het allerbelangrijkste verschil bij de Shingon tak zijn de twee peilers waarop de leer gebaseerd is, namelijk: een ieder heeft de geschiktheid om in zijn leven nog verlicht te worden ( Sokushin Jobutsu) en brengt eeuwige vrede in Japan. Vooral de kans om tijdens het leven nog zijn doelstelling te kunnen behalen is aansprekend.
Het werd nadien een grote, actieve beweging waarbij er op het hoogtepunt wel 1500 grotere en kleinere tempels verrezen in deze vallei dat gevormd wordt door twee concentrische bergketens met acht toppen welke weer op de vorm van de bladen van een lotusbloem gelijken. Nu zijn er nog een 117.
Deze Kūkai was een briljant mens die zich ook nog eens kwalificeerde als leraar, welke de eerste school stichtte voor kinderen van niet nobele afkomst of te wel de gewone man, maar ook als ingenieur, een door hem gebouwd reservoir bestaat nog steeds, dichter en caligraphist. Bovendien ontwikkelde hij het op het Chinees gebaseerde kana schrift. Hij wordt wel vergeleken met onze briljante Leonardo da Vinci. Daarnaast getuigt het, wanneer je er eenmaal geweest bent en de omgeving hebt bewonderd met zijn bijna ondoordringbare beboste hellingen, van geweldig doorzettingsvermogen om dit Japan in die tijd te doorkruisen op zoek naar een locatie voor zijn gewenste en door de keizer toegestane klooster. Het is dicht bebost, maar vooral ook de steile hellingen zijn zo kenmerkend voor dit in grote delen zo slecht bewoonbare land ( nog steeds blijkt maar een 30% bewoonbaar).
Inmiddels heeft deze bergvallei de status van Unesco World Heritage site met alle voor- en nadelen van dien. Het bijzondere van Koyasan is de mogelijkheid tot overnachting. Er zijn geen hotels maar het blijkt zeer goed toeven in een van de talloze tempels waar op klassieke Japanse wijze geslapen, op tatami matten, en gegeten kan worden. Warm baden in een der kleinere unzen en sanitair traditioneel maar ook westers. Kortom niet lux wel goed.
Vertaald: Japanse Ceders, die geen ceders zijn maar familie van de cipressen uit het geslacht der coniferen, net als de verwante Sequoia giganten uit, Californië (Sequoiadendron giganteum).
Even: beide behoren tot het rijk der Planten, de stam der Landplanten, de klasse der Zaadplanten; de orde der coniferen ( in de Engelse nomenclatuur: Pinales met als kenmerk de structuur die voor reproductie zorg draagt namelijk een kegel, zoals de denneappel), de familie der cipressen en dan verschilt de geslacht/ genus naam: Cryptomeria versus Sequoiadendron en de soort/ species naam: Cryptomeria Japonica en Sequoiadendron giganteum.
Zij zijn geen familie van de reusachtige Kauri’s die we op Nieuw Zeeland hebben mogen bewonderen. Ook zij behoren tot de orde der coniferen maar zijn geen cipressen maar apenbroodbomen, Araucariaceae.
Of dat met de modernere DNA gerelateerde indelingen allemaal zo zal blijven is een verhaal apart.
Net zo als het verhaal over een andere zeer aparte, in Japan vereerde, boom: de Ginkgo nog zal komen.
De Sugi’s kunnen in ieder geval enorm groot worden,
De grootste Sugi reus, die boom, is 25.3 m hoog en 16.2 m in omvang en wordt minimaal, op basis van jaarring onderzoek aan een der takken, geschat op 2000 jaar oud, al zijn er uitlopers in de schattingen naar 5000 jr.
We zullen kleinere, doch ook zeer indrukwekkende, van deze reuzen nog aantreffen bij ons bezoek aan de vermaarde begraafplaats van Koyasan.
Bij het rondlopen op deze herinneringsplaats ontstaan soms gemengde gevoelens wanneer in de oorlog overleden Jappen worden herdacht of een campagne in Noord Borneo waar de Australiërs en de Jappen samen met de lokale bevolking aan hebben deelgenomen!
“s Avonds houdt Daniel, de ex CG, een toelichting