1e vervolg

Gepubliceerd op 14 september 2005
Sydney. Het bevalt steeds meer, maar dat is ook geen wonder in zo een mooie stad. Het heeft een heel plezierige atmosfeer, druk, maar toch niet te veel files door de goede ontwikkeling van wegen, al heel vroeg in 1932 de Harbour bridge, later bijgestaan door de tunnel, welke goed aansluiten op tunnels onder delen van de stad.
Het gevolg is dat je makkelijk door de stad kan bewegen en snel naar de omgeving kan gaan. Sydney wordt wel vergeleken met een olievlek, met een bevolking van krap 4 miljoen beslaat het een gebied groter dan Los Angeles en zou het zeven keer zo groot zijn als Parijs. Met 400 buitenwijken en voorsteden is er diversiteit genoeg, maar ook betekent dat bestuurlijk gezien de verste voorsteden 96 km verwijdert zijn van het Central Business District. Dat alles is natuurlijk vooral een kwestie van bestuurlijke indeling, Pensacola indertijd in de USA had ook indrukwekkende afstanden naar Nederlandse normen.
Het leven als halfbakken toerist heeft als gevolg dat je je steeds meer als bewoner van de stad gaat beschouwen en vergeet naar de toeristen attracties te gaan; net zoals ik in Schagen nog steeds niet het lokale museum had bezocht voordat ik wegging. Bovendien vergt het ontzettend veel tijd om gewoon het leven hier te leven, congres in Darwin te regelen, daaraan gekoppeld een reis in het Northern Territory te plannen, lid te worden van de Australische huisartsen club. Alle vanzelf sprekende en goed lopende zaken in Nederland kosten hier allemaal tandjes extra, ook omdat internet, zoals wij het hier hebben nog niet die snelheid heeft die kan.
Inmiddels zijn we ook naar de hoofdstad Canberra geweest, heen via een scenic route, waarbij we uren langer onderweg waren omdat, volgens het boekje, een leuke omweg ons direct confronteerde met de enorme afstanden. De scenic route was een weg door een zeer langdurig woud van eucalyptus bomen en nog eens bomen. Matige kwaliteit wegen trouwens die verre van optimaal liggen, dus geconcentreerd links rijden.
Canberra is een erg kunstmatige stad zonder natuurlijk centrum, begin vorige eeuw ontworpen volgens een vrij symmetrisch systeem met centraal het recent pas klaar gekomen parlementsgebouw, wat buitengewoon is, fraai of afschuwelijk naar keuze.
Ik vond het zeker indrukwekkend, goed toegankelijk, we hebben zelfs een zitting van de senaat meegemaakt door gewoon op de publieke tribune te gaan zitten, iets wat ik in Nederland nog nooit gedaan heb.
Gisteravond ons eerste black tie diner met het consulaire corps; een wat kleurloze, nog zeer anonieme groep in een fraaie omgeving. Het grappige was de discussie over partner clubs; die vooral voor vrouwen is; daar wordt vooral over vrouwen dingetjes gesproken en mannen hebben laten zien zich daar niet blij bij te voelen; het past ook niet. Heb ik iets dergelijks niet veertig jaar geleden gehoord bij de discussie over vrouwen lidmaatschap van bijvoorbeeld studentenverenigingen?? Maar zonder blikken of blozen werd dat argument weggewuifd, dus zeker nog wat zendingswerk te doen, wie weet.