18 maart Functioneren of disfunctioneren?

Gepubliceerd op 18 maart 2011
Het blijft onrustig in de bodem van Honshu en specifiek bij Fukushima. Afgelopen 24 uur 16 meldingen van bevingen boven 3.5. Waarvan zes bij Fukushima met kracht uiteenlopend van 4.4M tot 5.7M.

Maar dat terzijde. Ik wil vandaag wat schrijven om proberen beter te begrijpen wat hier hoe gebeurd of juist niet.

Japan wordt geleid met een zeer zwakke bestuurscultuur, zoals Karel van Wolferen in zijn boek The Enigma of Japanese Power reeds in 1989 beschreef. Helaas blijkt uit alles dat dit nog steeds zo is. Daar kom ik later op terug.
Eerst een uitleg hoe een en ander disfunctioneert, goed voor de opbouw fase na WO 2, maar nu als trage stroop.
Er is een piramide structuur voor de macht maar afgeplat waarbij niemand, ook niet de premier, eindverantwoordelijkheid heeft of neemt. Er is steeds een streven naar consensus, het poldermodel maar zonder dreiging van een overstroming. Het gevolg gebrek aan snelheid. Er is geen leider. De Japanse cultuur leidt tot conflict vermijding waarbij anciënniteit een grote rol speelt met bovendien zeer veel macht bij de bureaucratie, het bedrijsleven en semiautonome instellingen ( die nauwelijks verantwoording hoeven af te leggen of politiek gecontrolleerd worden). Hierbij speelt de gemiddelde carrièregang van de hogere ambtenaar een rol. Hij, zij is er nauwelijks op hogere niveau’s, gaat met 55 jaar met pensioen. Gaat dan verder in een goed betaalde functie bij die organisaties welke hij het meest heeft bevoordeeld tijdens zijn ambtelijke bestaan. Hiervoor had hij als bureaucraat ook de mogelijkheid binnen “het systeem” doordat hij binnen zijn ministerie voor het aanleveren en beïnvloeden van de besluitvorming kon zorgen.
Van Wolferen hierover: “De bureaucraten lappen de economie op, vergemakkelen verdere groei. Politici en nagenoeg alle anderen lopen hen niet voor de voeten. Volksvertegenwoordigers, voornamelijk gekozen om hun vaardigheid subsidies los te peuteren, hebben bijna alleen aandacht voor hun herverkiezing. Die is in hoge mate afhankelijk van hun vermogen de nationale welvaart te spreiden en staan daardoor bijna constant in het krijt bij de bureaucratische bewakers van de begroting. Industriëlen hebben bureaucraten nodig om buitenlandse markten aan te boren. Zij worden in het gareel gehouden door hun gelijken en financieren de politici.
Niemand is de baas, maar iedereen heeft op de een of andere manier greep op iemand anders, wat bevorderlijk is voor een ordelijke stand van zaken.
Japan heeft geen centrale leider, geen baas. Het wordt geduwd, getrokken of drijvend gehouden, maar niet echt geleid door veel machthebbers in het Systeem”.

Deze woorden blijken nog steeds al te waar te zijn. De verkiezingen in 2009 leverden een groot verlies op voor de LDP welke bijna 50 jaar voortdurend aan de macht is geweest. Iedereen haalde opgelucht adem, eindelijk verandering dacht men. Maar nee natuurlijk, zo werkt het hier niet. Bij deze structurering van de macht met nauwelijks politiek gezag bij de nieuw gekozen volksvertegenwoordigers en het ontbreken van jarenlang gekoesterde relaties tussen volksvertegenwoordigers van de LDP en de bureaucraten werd elke mogelijke vernieuwing welke de Democratic Party of Japan door wil voeren gefrustreerd of nog erger gesaboteerd.

Dat is duidelijk te zien bij de huidige crisis. Reeds noemde ik de trage op consensus gerichte besluitvorming. Deze is al te merken in het dagelijks leven, gesprekken welke met enkele woorden vertaald kunnen worden duren vaak 20x zo lang. De Japanner blijkt zeer breedsprakig te zijn met check en dubbelcheck om het opgedragene vooral maar goed te begrijpen en nog eens toe te lichten en dan nog eens extra toe te lichten. Eigen initiatief of interpretatie wordt niet op prijs gesteld. Dat kan in sommige situaties, zeker wanneer er de tijd voor is, zijn voordelen hebben, het is rampzalig wanneer duidelijk initiatief en slagvaardige besluitvorming wordt verwacht. Voorts is er een cultuur waarbij aan anciënniteit nog steeds gezag wordt ontleend, men een oudere of meerdere nooit tegenspreekt en verstoring van de orde niet op prijs wordt gesteld. De International Herald Tribune, Global edition van de De New York Times, beschreef dit vanmorgen heel goed: "with earthquake, tsunami and nuclear crisis striking in rapid succession, Japan's leaders need skills they are not trained to have: rallying the public, improvising solutions and cooperating with powerful bureaucracies. There is a leadershipvacuum"

Dat gepaard met de wijze van gedragen van de Japanners. Heel goed zichtbaar op de video's uit de getroffen gebieden. Uit eigen ervaring ken ik de veiligheid in dit land waar je in een openbare gelegenheid rustig je spullen, tot je cellulaire telefoon toe, op tafel kan laten liggen wanneer je naar het toilet gaat. Niemand zal het pakken. Rijen bij kassa’s, in winkels, bij het openbaar vervoer zijn altijd heel rustig. Hooguit wanneer het erg druk is op stations kennen we de beelden van pushers die mensen er nog bij moeten duwen, mogelijk wordt zelfs dat veroorzaakt doordat ze zelf nooit zullen dringen. Een geweldig verschil met bv. China.
De achtergebleven spullen in de rampgebieden zullen nauwelijks beschermd hoeven te worden, niemand haalt het in zijn hoofd om daar te gaan roven, dat doe je niet.
Dit gedrag is het product van jarenlange misschien wel eeuwenlange opvoeding waarbij het algemeen en het groepsbelang voorop staat. Het individuele belang is secundair. Voorts is er een cultuur van beschaafdheid, niet aanstoot willen geven, niet willen provoceren; gecombineerd met een mengsel van door Shinto en Buddhisme beïnvloed gedrag met aanvaarding zonder per se fatalisme. De Japanner is niet gelovig geeft hij aan, maar 90% geeft aan Shinto te praktiseren; samenhangend met voorouder verering en allerlei rituelen in het dagelijks leven

Bij de beelden van de voedsel uitdeling herken je dit ook; de verslaggever vertelt ook hoe niemand voor dringt hoe niemand gauw voor een tweede keer komt. Dat komt niet doordat de mensen nog zo shell shocked zijn dat ze niet anders weten te reageren maar doordat ze binnen hun cultuur zo zijn opgevoed, zo voelen en denken. Dat op een moment dat men diep lijdt en getraumatiseerd is lijkt een enorme steun. Het zou interessant zijn om te onderzoeken in hoeverre de rouwreacties in deze samenleving heel anders verlopen dan Elisabeth Kübler-Ross ooit aangaf. Van boosheid is in ieder geval op de beelden weinig te zien.
Ik zag een beeld van een op de rug van een redder weggedragen vrouw, die enkele dagen geïsoleerd had gezeten en duidelijk verzwakt was. Nadat ze op een stoel neergelaten was, stond ze op om, op zijn Japans, haar hulpverlener met een buiging te bedanken. Dat is geen gestoord gedrag maar een ingeslepen cultuurpatroon zoals wij hem met een handschudden zullen willen bedanken.

Dat zijn beelden die ook bijblijven bij al deze ellende.

Maar het is ook een cultuurpatroon dat er voor zorgt dat mensen bijna niet voor zichzelf opkomen en te weinig eten en drinken krijgen, zoals blijkt uit recente beelden.

Het is een patroon waarbij nu een week na de ramp men nog bezig is met veiligheidschecks bij raffinaderijen na de aardbeving waardoor onvoldoende brandstof aangemaakt wordt, 30% minder. Waarbij de powercuts ervoor zorgen dat benzine pompen niet draaien en bevoorrading in de getroffen gebieden met toch al verwoeste infrastructuur verre van optimaal verloopt.

Dat verergert het lijden en dat is verschrikkelijk bij al deze onzekerheid.