Vervolg Indonesie reis II

Gepubliceerd op 21 november 2007
25 oktober: ‘s ochtends bezoek aan het eiland van de inactieve stratovulkaan Serua. Het is een klein eiland met direct wat hoger aan het kiezelstrand een klein dorpje
Vis- en kruidnagels in Serua
Vis- en kruidnagels in Serua
, houten huisjes, dunwandig met rieten daken, vissers activiteiten rondom. De visser gaan met hun smalle kano achtige boten, roeiend cq peddelend op weg naar hun gebied waar ze met een draadje de vangst beoefenen op een wijze waarop nog eeuwig voldoende voorraad zal blijven. Teruggekomen houden zij hun vissen en na het schoonmaken lijkt het erop dat er armere sloebers zijn die de resten, koppen, weer meenemen om ook wat te hebben. Of dit weduwes zijn, of gewoon niets bezittenden of beide is niet duidelijk, in ieder geval wordt weinig weggegooid.
Wanneer we het pad naar boven lopen worden we ontvangen door een comiteetje die ons kettingen kruidnagels, het belangrijkste export product van dit eilandje
Kruidnagels liggen te drogen
Kruidnagels liggen te drogen
, omhangt, welke we na donatie van wat roepia’s dankbaar behouden. Kruidnagelen zijn de gedroogde nog gesloten bloemknoppen van de Syzigium aromaticum, de Cengkeh boom, de kruidnagelboom en van oudsher in gebruik voor kiespijn, foetor ex oro oftewel vieze adem, en libido problemen. Tegenwoordig wordt het in wijnen, kretek cigaretten, kauwgum, tandpasta en parfums gebruikt en in eten. Meegekookt.
In de VOC tijd werd het voor 25 cent per pond gekocht, terwijl het voor 3- 4 gulden de pond verkocht werd in Europa en Azie.
Voorts, nog wat hoger geklommen, is er een muziekcomité welke ons met een aubade ontvangt. Nog verder is er een restant van een vroeger door een belanda bewoond stenen huis wat door sommigen bezocht wordt.
Nog hoger zijn sporen van de vroegere vulkanische activiteit, maar dat is grotendeels overgroeid.
We verblijven een uurtje temidden van deze vriendelijke mensen.
Vervolgens schepen we weer in en varen naar Manuk, ook een stratovulkaan, de meest oostelijke van de Banda vulkaanboog, 282 meter hoog met een kegelvormige top van voornamelijk uitvloeiingsgesteente, en wel andesiet en 3000 meter boven de zeebodem gelegen. Er is geen vulkanische eruptie bekend , al zou er in 1874 rook zijn gesignaleerd vanuit de krater. Wel is er een zogenoemde fumarol, een rookkanaal, waaruit gassen of dampen komen; hier moet dat gezien de kleur op de rotsen, zwavelhoudende dampen zijn of zijn geweest. Volgens de boeken is het ook een plaats geweest waar Chinese handelaren zwavel extractie deden.
Het eiland, waar we met de speedboten tegen schemering omheen varen, na eerst gesnorkeld te hebben en gas te hebben op zien borrelen, is nu vooral een eiland met een zeer hoge vogelgehalte; zowel fregatvogels, de gewone en de Grote, Fregata Minor (??), mannetjes met een typische rode krop/ borst, als Jan van Genten- varianten als de Brown Booby, Sula leucogaster, witbuikig dus, met vorm en snavel van JvG; voorts Herons, wit.
’s Avonds wordt koers gezet naar Run Island, Banda. ETA: 06.00 de volgende morgen.

26 oktober, 06.00: dat was een verrassing, zo direct bij het opstaan, een spiegelgladde zee en prachtig walvissen in de verte. Ze van dichterbij zien lukt niet, het schip draait wel, maar ze zijn verdwenen/ blijven te lang onder, kunnen dat ook tot twintig minuten. Wel heel bijzonder, zo zes verschillende sightings rondom Suanggi, vlakbij Banda Besar.
We gaan achtereenvolgens naar: Run, waar we een wandeling over gaan maken, Nailaka, een mini eilandje, Ai: ook goed voor een wandelingetje, met zijn restanten van het fort Revenge en dan Neira, als het ware omgeven door een deel van een soort caldera met wel 30 km doorsnede, die boven water nog zichtbaar is door Banda Besar, in het midden ligt de recent, 1988, nog actief uitstromende Guning Api= Vuurberg van 650 meter hoog, 5000 meter boven de zeebodem.

Dit is VOC country, hier hebben de Hollanders huisgehouden. Hoe je het ook bekijkt, het was kapitalisme avant la lettre. Moordend, verwoestend, zaaiend en oogstend werd er een monopolie positie geforceerd welke grote rijkdommen heeft opgeleverd. Daarbij speelden deze Banda eilanden een grote rol. Vooral voor de nootmuskaat was er het eiland Run, Pulau Run, tegen Manhattan geruild bij het Verdrag van Breda in 1667, waar op grote schaal door de zgn perkeniers, ( 500.000 nootmuskaat bomen werden in 68 perken van 1.2 hectare verdeeld en in beheer gegeven aan uit Nederland afkomstige beheerders, 34 op Lontar, 31 op Ai en 3 op Neira, grote rijkdom werd vergaard. De perkeniers kregen 1/ 122ste deel van de prijs van de VOC die op de Hollandse markt werd betaald en nog was het rijkdom in de Oost) nootmuskaat werd verbouwd. Met foelie en nootmuskaat, naar muscus ruikende noten, was zeer veel geld te verdienen.
Een voorbeeld hoe het daar toeging is het verhaal van een der bekende perkeniers families vanaf het begin: de Van der Broeckes: zie link
De nootmuskaat van Banda
Nootmuskaat
Nootmuskaat
Kloven van nootmuskaat
Kloven van nootmuskaat
was in de V.O.C.-periode zeer goede handelswaar, waar veel vraag naar was. Men gebruikte het in de traditionele Hollandse keuken over sperziebonen, bloemkool, spruitjes, spinazie en asperges, alsmede inaardappelpuree en in kaassaus; ook veel in speculaas en andere koek en gebak.
Maar ook de Indiase keuken, heet daar Jaiphal, gebruikt het volop, in het Midden Oosten, =Jawz at-Tiyb, en Japan.

Het bestanddeel Myristicine is een hallucinogeen, 5- 20 gram nootmuskaat poeder, met eenzelfde chemisch patroon als MDMA, ecstasy, maar met veel onaangenamere bijwerkingen en een onaangename smaak; en in grotere hoeveelheden, 30 gram nootmuskaat poeder, is het toxisch en zelfs dodelijk; als olie, verkregen door stoom destillatie, helpt het uitwendig geappliceerd tegen rheumatische pijnen en evenals kruidnagel of kruidnagel olie, tegen kiespijn. In Frankrijk wordt het als 3- 5 druppels op een suikerklontje gebruikt tegen misselijkheid, gastroenteritis, chronische diarree en indigestie.

Na de massamoord op de oorspronkelijke bevolking van 15000 Bandanezen door de VOC (in opdracht van Jan Pieterszoon Coen) waren de nootmuskaatplantages op de Banda-eilanden geheel ontvolkt. Jan Pieterszoon Coen verzocht de Heren XVII in Amsterdam (bestuur VOC) daarom de plantages als 'perken' te laten beheren door uit Holland afkomstige mannen. Deze zogenaamde 'perkeniers' beheerden de nootmuskaatperken, hielden slaven en leverden de oogst aan nootmuskaat (2 maal per jaar werd geoogst) aan de VOC. De perkeniers ontvingen hiervoor een vastgesteld bedrag van de VOC en zorgden er tevens voor dat de slaven op de perken 1 gulden loon per maand ontvingen, een hoeveelheid rijst en zout en 1 keer per jaar nieuwe kleding. Dit zogenaamde 'perkeniersstelsel' startte in 1626. Heel Banda werd toen verdeeld in 68 nootmuskaatperken. De allereerste perken werden verhuurd aan perkeniers op het eiland Poeloe Ay. Daar startte de perkenier Paulus van den Broeke in 1628 het perk 'Welvaren'.
n.b. Het perk leverde omstreek 1690 24000 Pond Noten en 6000 Pond Foelie en telde 160 "zielen" en 55 slaven.

Wij gingen eerst naar het eiland Run voor een wandeling. Een echte wet landing, doordat eerst een soort wad moet overgestoken worden, bij het lage water van dat moment, om de kust te bereiken
Wet landing, over wad
Wet landing, over wad
. Een keurig dorpje
Keurig dorpje
Keurig dorpje
, schone straten, wel veel kinderen met huidaandoeningen en ontstekingen, een niet gecorrigeerde dubbele hazenlip, geilo-genato-palatoschizis en hoog in de heuvels kenarienoot bomen, schermt de noodmuskaatboom af voor te veel zon, en nootmuskaat perken
Kanarienoot boom temidden van nootmuskaat
Kanarienoot boom temidden van nootmuskaat
. Tweemaal per jaar oogsten, en veel foelie, de gedroogde mantel van de nootmuskaat, op de wegen liggend wachten op drogen en transport
Noten en foelie van Nootmuskaat
Noten en foelie van Nootmuskaat
, oa. grote hoeveelheden naar de USA, mogelijk om in de Coca Cola te gebruiken. Bovenop de heuvel nog een oude loods en stenen gebouw uit de vorige eeuwen.

Vervolgens naar Pulau Ai: zie andere link voor de bronvermelding
In 1615 vielen de Hollanders o.l.v. Gerard Reynst Pulau Ai binnen met 900 soldaten, bijna twee keer zoveel als de mannelijke bevolking van het eiland. De Engelsen vluchtten van het eiland Pulau Ai naar het van alle muskaatbomen ontdane eiland Pulau Run. Nog diezelfde nacht zetten zij de tegenaanval in, doodden 200 Hollanders en verdreven de rest terug naar hun schepen.
In het daaropvolgende jaar had Jan Dircksz. Lam het eiland Pulau Ai met een nog grotere krijgsmacht weten te veroveren. Aanvankelijk werd de invasiemacht afgeweerd met nauwkeurig kanonvuur van de Bandanezen, maar toen zij een maand later zonder munitie kwamen te zitten, werden de door de Hollanders afgeslacht. De overwinnaars versterkten het fort en noemden het Fort Der Wrake (Fort Revenge). Dit fort beschikt nu nog steeds over een aantal kanonnen.

Bij onze rondwandeling merken we een heel rustig en vredig eiland, erg Islam, maar verder schoon en opgeruimd. Met ook het perk: Welvaren. Het zou heel leuk zijn wanneer deze gebouwen gerestaureerd konden worden. Er zijn weer veel foto's te maken van de mensen. Men poseert wat graag en kijkt open in de lens.
Wijsheid
Wijsheid
Zomaar
Zomaar
We varen door naar Neira, waar we bij zonsondergang aankomen, prachtig uitzicht op de vulkaan. Gunung Api.