Wat een leed en gelatenheid

Gepubliceerd op 20 mei 2011
We zijn nu ruim twee maanden verder na de ramp die Japan getroffen heeft op 11 maart, ‘s middags om 14.46. Het is van de voorpagina’s verdwenen en vormt geen nieuws bron meer in de rest van de wereld.

Echter voor veel mensen is het nog steeds hun dagelijkse werkelijkheid.
Ook is nu steeds meer duidelijk wat een omvang de tsunami heeft gehad.
Allereerst het doden en vermisten aantal: respectievelijk 15019 en 9056; waar bij de overledenen in 92,5% sprake is geweest van verdrinking. 65.2% van de overleden is ouder dan 60. ( Volgens WHO gegevens was ongeveer 23% van de bevolking in de prefecturen Miyagi, Iwata en Fukushima 65 jaar of ouder). De aardbeving heeft relatief weinig schade opgeleverd, maar de opvolgende tsunami golven des te meer. Het blijft overigens nog onduidelijk of de aardbeving al schade aan de kernreactoren van Fukushima Dai- Ichi heeft opgeleverd; er wordt bericht dat er reeds voor de tsunami een radiation detection post bij DaiIchi= reactor 1 heeft gemeld dat er extra straling gemeten is. De betekenis hiervan wordt nog onderzocht, zoals zo veel nog onderzocht wordt. Na dat onderzoeken blijkt steeds vaker hoe allerlei echte deskundigen halve waarheden vertelden of rechtstreeks sprookjes, die ze zelf nog leken te geloven ook. Dat laatste kunnen we het beste scharen onder beroepsblindheid of misschien wel cultuurvergiftiging.

Eerst de tsunami, daar weten we meer over, met name wat er allemaal gebeurd en gebeurd is.
Wanneer je de weergave van de bevingen op http://www.japanquakemap.com bekijkt zie je dat er in de eerste 6 uren na de grote klap van 9 nog 16 bevingen zijn geweest die groter dan 6 waren, die bevingen waren op zich weer verantwoordelijk voor een zevental tsunami golven.
Wanneer deze golven elkaar kruisen verzwakken ze elkaar niet maar vindt, blijkt uit onderzoek, het tegendeel plaats te vinden met alle destructieve kracht als gevolg.

Het belangrijke verschil tussen een gewone golf en de tsunami is dat de eerste soms door een storm wel 10- 15 meter hoog kan zijn maar dat het een oppervlakte verschijnsel betreft en niet zoals bij de zogenoemde havengolf= tsunami een waterkolom die door het plots omhoogschieten van de continentale plaat over vele kilometers breedte vanuit de diepte massief verplaatst wordt.
Wanneer men zich alleen al voorstelt hoeveel energie er nodig is om bv. 300 km water van, om maar een kleine afstand te nemen, 5 meter breed een meter op te tillen kan zich voorstellen welk een energie in deze waterkolom aanwezig is. Deze waterkolom wordt verplaatst, niet even bewogen als door een windvlaag maar echt van zijn plaats gezet doordat de aardkorst enkele meters ( bronnen spreken van 3 meter over een breedte van 160km) omhoog is gekomen ( terzijde kan nog vermeld worden dat de kust op sommige plaatsen 0,6meter gedaald is) en zich bovendien ook nog verplaatst heeft. Bij deze aardbeving is Japan 5- 24 meter richting Amerika verschoven door het opschuiven/ opveren van de continentale plaat. Het epicentrum lag bovendien ook nog eens vlak onder het oppervlakte, maar 32 km diep, zodat het maximale effect van energie overdracht plaats kon vinden.
Bovendien is het karakter van een tsunami golf anders. Bij een gewone golf wordt een beweging door gegeven zoals bij geluidsgolven luchttrillingen worden voortbewogen en bij een steen in het water een beweging. Geen massa moleculen die eenparig verplaatst worden en als een goed georganiseerd front troepen op je af komt.
Nog anders gezegd: bij wind golven hebben we te maken met een afstand tussen twee golven van 5- 20 seconden en een golflengte van 100- 200 meter, terwijl dat bij een tsunami kan variëren van tien minuten tot uren en een lengte van 500km. Door die lange golflengte hebben ze een hoge snelheid want ze gedragen zich natuurlijk ( fysica) gezien als een zogenaamde ondiep water golf ( shallow water wave; ratio water diepte/ golflengte is zeer gering). Deze hebben als eigenschap dat hun snelheid alleen afhankelijk is van de wortel van het product van de versnelling door de zwaartekracht en diepte van het water dat is: de wortel van 9.8m/sec vermenigvuldigd met bijvoorbeeld 4000m= 200 m/sec wordt 720km/ uur. Het energie verlies is omgekeerd evenredig met de golflengte en is gezien de grootte hiervan zeer gering zodat het met grote snelheid en energie inhoud op de kust afkomt.
Wanneer deze golf bij de ondiepere kust aan komt verlangzaamt hij en wordt dan opgestuwd door de er achteraan komende water massa zodat er een hoge golf, 5 tot wel 30 meter, gaat ontstaan met niets ontziende geweldige kracht. Anders gezegd de bij de aardbeving vrijgekomen energie is voldoende om Los Angeles een jaar lang van stroom te voorzien.

Men hield in Japan rekening met het feit dat houten huizen een golf van twee meter niet kunnen doorstaan en gewapend beton het bij 4 meter zal gaan afleggen. Deels afhankelijk hoe goed de fundering is.
Dat zien we ook gebeurd zijn: er is sprake van het vernietigd zijn van:
88873 woningen,
3970 wegen ( hoeveel kilometer dat is kan ik nog niet vinden)
71 bruggen
in een gebied met een lengte van 670 km, van Den Helder tot het Nauw van Calais, en een oppervlakte van minstens 470km² ( ongeveer de oppervlakte van Noord- en Zuid- Beveland samen).
In sommige plaatsen is 90% van alle vissersboten vernield. Dat is materiele schade.

De mensen, er moesten, mede door het gedonder met de gevolgen van falend kernenergie beleid, 400.000 mensen de eerste weken vluchten, verkassen of evacueren. Deels tijdelijk vanwege verdwenen behuizing, deels blijvend wegens Chernobyl achtige toestanden waarvoor langdurige evacuatie nodig blijkt. Eind april verblijven er nog 167.000 mensen in centra, ja 167.000, dat is de bevolking van de steden en dorpen Leiden, Oegstgeest en Rijnsburg bij elkaar of tweemaal de bevolking van Hilversum.
Leven in opvangcentra die daar niet voor gebouwd waren, die niet de meest noodzakelijke voorzieningen hadden. Een eerste wereld land waar dat niet goed geregeld bleek, ook al dacht men dat wel, laat staan hoe het dan elders gaat.
Mensen van hun eigen plek weg, waar ze soms generatie oude roots hebben. Mensen weg naar centra zonder voorzieningen, samen met elkaar op de grond. Stil verwerken, want Japanners praten niet over hun leed en lijden. Het zou wel eens kunnen lijken alsof je jezelf belangrijker vindt dan een ander.
Bovendien zijn alle sociale netwerken weggespoeld, gemeenschappen van de aardbodem verdwenen en is er ook nog de dreiging van de onzichtbare straling. Hierbij speelt ook nog een rol dat, zogenaamd ter voorkoming van paniek, de waarheid zelden in volle omvang verteld wordt en men volgens onderzoek steeds minder vertrouwen heeft in de overheid. Zeker wanneer er sprake is van een ramp tengevolge van menselijk falen blijkt de ontreddering het grootst en het helingsproces het moeizaamst.

Wat een leed. Wat een gelatenheid, maar ook, wat een gebrek aan krachten in opbouw om veranderingen te brengen, om snellere besluitvorming te verkrijgen. Wij hebben dan ons poldermodel, maar we hebben ook leiders die al polderend wel hun verantwoording nemen. De leiders hier hebben geen privé verantwoordelijkheid, het systeem, de staat is verantwoordelijk en moet tot besluiten komen. De premier kan bijvoorbeeld een andere elctriciteitsmaatschappij die ook een wat krakkemikkige centrale heeft dicht bij een fault- line, verzoeken om deze te sluiten, maar hij heeft niet de macht. Wel zal hij op allerlei “beleids” manieren zijn zin gedaan kunnen krijgen, maar dat kost tijd, zeer veel tijd en het ambtenaren apparaat is onwillig. De hogere ambtenaren krijgen na hun pensioen, op 55- 60 jarige leeftijd, een comfortabele baan bij bijvoorbeeld die elektriciteitsmaatschappij, dat houdt alles meer onder elkaar en werkt zo lekker makkelijk. De afstand tussen controlerende, beleidsmatige en uitvoerende instanties is veel te klein en te eng, vooral in dit land. Er zou eigenlijk een soort scheiding moeten zijn als bij de trias politica.

Ondanks het feit dat er op talloze plaatsen herinneringen staan, in alle mogelijke vormen, aan vroegere diep het land binnen gedrongen tsunami, per slot ligt het al vele miljoenen jaren op aardbevingen veroorzakende fault-lines, had men gedacht dat aardbevingvast bouwen het belangrijkste was met een aantal vloedgolf voorzieningen van enkele tot 10 meters hoogte alsmede vloeddeuren.
Soms hebben deze geholpen. Al luidt de belangrijkste conclusie in het rapport van het Asian Disaster Reduction Center dat het regelmatig oefeningen houden vermoedelijk het meest geholpen heeft en dat veel doden en vermisten zijn veroorzaakt doordat men dacht een veilig heenkomen te hebben gevonden terwijl de golven veel hoger waren. Veel aangewezen vlucht plaatsen lagen in gevaarlijk gebied en zogenaamde veilig plaatsen hebben onnodig tijdsverlies veroorzaakt. “Veilige” gebouwen van drie hoog en van gewapend beton bleken te laag toen het water wel vier verdiepingen hoog kwam. Minstens 110 evacuatie centra’s bleken niet te voldoen.
Het belangrijkste lijkt: Tsunami Tendenko= ten tijde van een tsunami ga onafhankelijk van anderen uphill, denk alleen aan jezelf, er is geen tijd om aan anderen, zelfs je familie, te denken.

Het blijft overigens zeer verwonderlijk dat men zo naief lijkt te zijn geweest wanneer men de historie van Japan bekijkt. Wat leert het ons? Is het wel naiviteit? Het is het land met de meeste geregistreerde tsunamis. Gedurende een periode van 1300 jaar zijn er 196 tsunamis geweest, dat wil zeggen elke bijna 7 jaar is er wel een tsunami en toch is er nauwelijks afdoende bescherming. Is het een soort fatalisme; is het leven met het geven en nemen van de natuur; is het onhaalbaar om de geweldig lange kustlijn adequaat te beschermen, hoe en hoe hoog dan wel of is het vooral een combinatie van deze factoren? Welk een prijs is er aanvaardbaar om ergens te wonen; vruchtbaar en voorspoedig met geweldige voordelen en af en toe een prijs. Het is als het onder de vulkaan wonen op de vruchtbare akkers met af en toe doden door een uitbarsting. Wat het leert is dat de mens bereid is met de natuur in een evenwicht van geven en nemen te leven. Macro aanvaardbaar, micro rampzalig. Maar handig is het om dan geen riskante voorzieningen in zo een gebied te bouwen en wanneer men dat toch doet goede bedachtzame up- to- date engenering toe te staan.

Op 27 april verblijven nog 130.145 mensen in opvangcentra.
De besluitvorming gaat nog steeds stroperig en er lijkt geen verandering op handen in de wijze waarop dit land macro bestuurd wordt. Locaal zijn er vele heldendaden verricht en is intussen 90% van het land-, zee- en lucht transportnetwerk functionerend. Alle grote wegen zijn weer bruikbaar, behalve die in het evacuatiegebied. Van de vijftien havens in het gebied was er nog maar één deels bruikbaar, nu zijn ze allen weer open, alle vliegvelden werken weer en de Shinkasen doet het ook weer. Het volledige herstel zal nog jaren duren en het is een gedachte mijnerzijds of de Amerikanen hun basis die zo ongewenst lijkt op Okinawa niet beter naar dit gebied kunnen verplaatsen. Maar ja dat vergt visie en leiderschap.