Zeilen, deel II

Gepubliceerd op 15 november 2005
We verblijven in Nusa Tenggara= eilanden van het zuidoosten, eerst Barat= west, later Timor= oost en varen via de Laut Savu= de zee van Savu waar we via de Selat= straat Sape en Selat Sumba kwamen, naar Savu een klein eilandje dat samen met Roti westelijk voor de kust van Timor ligt. Allemaal land dat vroeger, 500 miljoen jaar geleden, toen het als hoger liggend land nog helemaal niet bestond, aan de Australische plaat vast zat.
Het is een geologisch en vooral paleogeologisch heel interessant gebied waar wij zo aan het zeilen zijn.
Even terug, volgens de continental drifting theorie, en wie erkent die zo langzamerhand niet meer, in ieder geval in essentie, dreef de Australisch- Indische oceaan schol= hier Sahulschol, afkomstig van het oercontinent, 3500 miljoen jaar oud, het oercontinent Gondwana, op de vloeibare aardkern met tegenwoordig een snelheid van 70 mm per jaar, dat is sinds de ontdekking van Australie door een Hollander 400 jaar geleden minstens 28m dichter bij Azië en stootte tegen de EuroAziatische schol= hier de Sundaplaat, aan. Verschil in samenstelling van de platen zorgt voor verschil in gewicht zodat de Sundaplaat naar boven wordt gedrukt waardoor samendrukking, verhitting en vervloeiing kan plaats vinden. Dit vervloeien gebeurd vooral op een diepte van meer dan vijftig kilometer en komt dan aan de oppervlakte aan de verpletterde rand van de Sundaschol via spleten en breuken aan de oppervlakte in de vorm van vulkanen. Deze vulkanen zijn in de loop der millennia in omvang toegenomen en met de producten van naburige erupties samengesmolten tot de noordelijke eilanden Lombok, Sumbawa, Flores en de Solor- en Alorarchipel. Er zijn nog 40 als zodanig geïdentificeerde vulkanen waarvan er 25 potentieel actief zijn. Dit zijn de afgelopen eeuwen zeer indrukwekkende vulkanen geweest; zeker wanneer je het verhaal en de gevolgen wereldwijd van de Tambora uitbarsting leest. Erger en bijvoorbeeld qua temperatuur daling wereldwijd rampzaliger met bv hongersnood in Ierland als consequentie dan de Krakatau. Wanneer je, vooral tegen de avond langs de verschillende eilanden vaart en je ogen wat sluit kan je het vuurspuwende geweld uit het begin van de wereldgeschiedenis heel prachtig voor stellen met al die vulkaan silhouetten aan de horizon. Een prachtig geweld met bogen van vuur, lava en rook en natuurlijk talloze tsunami’s. De zuidelijk gelegen eilanden zijn ouder, geërodeerde, niet actief vulkanisch meer; Suma, Savu, Roti en Timor. Zij zijn vooral te herkennen, wanneer men stukken steen oppakt, als oude, maar geologisch jonge, Quartaire, koraalriffen en wat oudere mariene afzettingen uit het tertiair; dat laatste is boekenwijsheid want dat hebben wij zelf niet gezien. De koraal wel.
De noordelijke keten kenmerkt zich vooral door klassieke vulkaan vormen in allerlei soorten en maten, van de Tambora caldera met een zeven kilometer doorsnede tot kegels van slechts honderd meter. Klassiek zoals Rinjani, Kimang, Ujolewang en vooral spectaculair door zijn drie kratermeren van verschillende en ook nog wisselende kleur, de Gunung Keli Mutu op Flores, waarbij Gudung vulkaan betekent. Over deze gekleurde meren later in het verslag.
Het zuiden met lange regelmatige kustlijnen en smalle stroken zandstranden.
Het is, in tegenstelling tot wat ik verwachte wel een relatief erg droog gebied, het droogste deel van Indonesië met gebieden met minder dan 500- 1500 mm regen. Aanhoudende regen periode zijn zeldzaam, cyclonen eigenlijk alleen boven de Timor- en de Arufurazee.

01.11 Raijua bezoek, http://www.raijua.com na morning swim, nog bijna ongerepte levensgemeenschap nauwelijks afval, met name geen plastic zakken die je overal in de derde wereld steeds meer ziet in zee en op land opgewaaid in de struiken, door het ontbreken van verpakkingen en supermarkten. Een leuke wandeling door de ruim uit elkaar geplaatste huisjes, fraai verzorgd met planten in potjes en properheid alom; nog even een ontmoeting met de lokale koddebeier die niet geïnformeerd is over onze komst en met een barse blik een en ander aanhoort; hij is duidelijk import en heeft nog wat aanpassings problemen, vervolgens verder voor een relaxte wandeling na wat graven. De mensen worden hier vaak op het erf, vaak vooral in de voortuin met een grote betegelde grafkamer, ter aarde besteld, hier op het eiland is er een kleine concentraties van een soort lage huisjes zonder deur van steen. Na terugkeer aan boord om 11.00 zwemmen en vertrek naar Savu, ETA 13.45. Wet landing, dat wil zeggen met de twee speedboten naar de kust en wanneer je niet op het juiste moment bij het terugtrekken van de golf springt kans op natte voeten. Op het strand de Kowa Hole= welcoming ceremony met small boat om boze geesten weg te laten varen.
Bij deze welkoms dans wordt een gevlochten bootje met alle slechte geesten te water gelaten zodat alleen goede bedoelingen ons zullen vergezellen; dat de wind en stroming er vrij snel voorzorgt dat het scheepje omslaat mag de pret niet drukken; achter de eerste duinenrij een ploeg met ruiters te paard welke de Panggra tau dance op voeren
Om 14.30-Pehara Jara ceremony, 15.00- truck to village, het hele halve eiland is bij dit soort gelegenheden uitgelopen om te kijken of mee te doen of kleden te verkopen, daarna Ikats kijken en nog een fikse klim naar Namata ceremorial site. Deze officieel grotendeels christelijke bevolking heeft voor alle zekerheid ook nog belangstelling voor de meer traditionele rituelen welke zijn verbonden met de landbouwcyclus; je moet per slot het ongeluk niet tarten wanneer je van natuurlijke processen afhankelijk bent, er is al honger genoeg. Vooral Namata is zo een plaats met op een heuveltop grote platliggende grote ovale granieten rotsblokken, typisch om ceremoniën te houden. Deze megalieten van redelijke omvang liggen hiertoe in een cirkel terwijl de lokale, zeer bejaarde priester, toestemming voor bezoek moet geven hetgeen eigenlijk deze tijd van het jaar niet mag , maar door het ter beschikking stellen van een geit om te offeren en te eten wel weer kan. In een van de kleinere stenen staat een zeilschip a la het schip van Cook gegraveerd, deze was in 1770 ons reeds voorgegaan met een bezoek aan Savu. Hoe anders was dat voor de een sloep Nederlanders dat daar in 1648 was geland zij werden door met vleesklievers en speren en zwaarden bewapende Savunezen ontvangen en in 1674 nog eens bij een bezoek vermoord. Nog steeds staan deze Savunezen bekend als moedig, niet voor hun tegenstander wegrennend. 17.30 terug naar schip alwaar de groep musici uit het dorp ons langdurig vermaakten met songs, dances, fun op Savunese muziek en we afscheid namen met een neusceremonie waar de Inuits zich niet voor geschaamd zouden hebben.

02.11..06.30 ontbijt na morning swim en 07.30 wet landing op zelfde kust en naar Pedaro village per vrachtwagen laadbak gedurende 1 ½ uur langs een redelijke goede kustweg en onderweg bekijken van zoutwinning per kleine bootjes waaruit water verdampt. Er volgt een heel ontspannen ontvangst, met uitgebreid tableau vivant betreffende weven van ikaths. Veel betel noten kauwen door locals, vooral de vrouwen lijkt het en dien ten gevolge bruine, weg rottende tanden. Het lijkt alsof ze er indolenter van worden, maar internet zegt iets anders. Dat is nog geen wetenschappelijk bewijs maar telt toch wel. We hebben ze het niet gevraagd, terwijl dat best had gekund want a. er waren voldoende Bahassa kenners en tevens b. voldoende openheid bij de locals om ons uitleg te geven. Het traditionele handelen blijft ook hier niet achterwege en de nodige weefresultaten veranderen van eigenaar. 1 ½ uur heen beteknt ook 1 ½ uur terug en ook al worden er onderweg nog wat verse cocosnoten hoog uit bomen gehaald toch komen we warm en vermoeid weer om 12.00 back on ship, maar: swim and departure voor Ende. ETA 06.00.
Om 16.45. zien we eindelijk onze eerste dolfijnen.