Japan, verschillende tochten 1
Gepubliceerd op 26 juli 2012
Wat hebben we een boel gereisd in Japan. Het land met de onmogelijke namen. Steeds weer plaatsnamen die een gebrek aan associatie hebben. Deels door gebrek aan topografische kennis, deels door de taal die het moeilijk maakt, in ieder geval voor een beta brein, om namen goed op te slaan.Opvallend is hoeveel we op school aan topografische kennis hebben opgedaan en daar spelenderwijs profijt van hebben waneer we reizen, we weten Sydney, Perth of Darwin globaal te plaatsen en die namen zijn niet nieuw en hebben associatie.
Maar Kochi, Shimanto, Shikoku of Adachi leveren a priori niet veel op.
Deze inleiding omdat ik me realiseer dat er niet zoveel over onze reisjes in Japan geschreven is als ik in Australië heb gedaan. Het is als het ware alsof er minder greep op het land te krijgen is, alsof er een vuil afstotende laag over het land zit, hoe aardig het ook is, vooral de mensen, hoe weinig ik er echt contact mee heb gekregen. Het mist het boeiende van Australië met zijn red centre, met zijn grote ongerepte natuur; maar ook zijn mogelijkheid tot communicatie. Niet tevoren in de GPS invoeren waar je doel zal zijn maar gewoon improviseren en je er altijd wel uit redden. Vraag achteraf is of ik toch mijn 3G op de iPad meer had moeten gebruiken om wel te improviseren. Ik denk het wel, maar dat is achteraf en maar een deel oplossing. Door de taalbarrière is er veel meer dat de vrijheid om maar te gaan beperkt.
Het heeft ons niet weerhouden toch te gaan, maar duidelijker voorbereid, hoewel de internet info ook zijn taal beperkingen kent. Bovendien is het niet een echt vakantie land doordat kamperen, zeker op stille plekken, wat we erg graag doen, niet echt makkelijk is, zelfs bijna onmogelijk door gebrek aan informatie op kaarten en bij info centra. Wandelen is door de Japanse bewegwijzering vaak ook een avontuur, met, mede door de vele nauwe valleien, vaak volop mogelijkheden totaal te verdwalen en dan echt helemaal de weg kwijt te zijn. Wandelkaarten vermelden de namen onderweg in het Japans en deze zijn dan vaak weer iets anders dan op de bordjes. Toch hebben we heerlijk gewandeld maar het maakt de vrijheid om maar te gaan veel minder.
Kortom de moeilijkheid van de taal heeft een behoorlijke beperkende rol gespeeld en dat was door de praktische onmogelijkheid om het goed te leren voor die korte tijd onoverkomelijk. Ook natuurlijk een kwestie van prioriteit. Het kreeg bij mij een lagere prioriteit door de mindere noodzaak het echt te leren spreken vanwege de beperkte contacten en allerlei andere activiteiten op studiegebied die me meer aantrokken. Voornaamste reden: voor de toekomst was het investeren in studie van de Japanse taal niet opportuun en te moeilijk uit voerbaar en waren andere studies aantrekkelijker.
Met deze beperking hebben we uitgebreid rond gereden op het grote zuidelijke eiland Kyushu. Eerst door naar Nagasaki en Hirado te reizen om vervolgens met een huurauto naar Unzen bij de vulkaan Fugen te gaan, Unzen met zijn beroemde onsen, warmwaterbaden, waar een soort Roturua ( Nieuw Zeeland, bekend bij Quirijn, Marijn, Marleen en Jurriaan) werd aangetroffen, dat wil zeggen geothermische activiteit met modderpoelen, blub blub, ontsnappende stoom en geisers alsmede met zwavelbezwangerde lucht. Later na een bezoek aan Beppu, ook al met onsen en prachtig gekleurde modderpoelen en Oita een rondreis naar de vulkaan Aso, met zijn prachtige kratermeren en wandelgebied, Takachihocho- gorge met zijn basaltpilaren en kleine ryokans met bijna privé onsen vlakbij in Kurakawa. Op weg naar het zuiden naar de Mount Kirishima cluster van vulkanen met de Shinmoedake ( dake= vulkaan) die slechts 7300- 25.000 jaar geleden gevormd zou zijn en nog lekker actief is, zo actief dat een deel van de route afgezet was wegens recente uitbarstingen; vervolgens nog verder naar het zuiden naar de actieve vulkaan op Sakurajima, met een prachtige indrukwekkende explosie van zwarte wolken wanneer wij er in de omgeving wandelen; dat gebeurd zo regelmatig dat de schoolkinderen op dat eiland bij Kagoshima helmen moeten dragen vanwege het risico van as- en groter regens op hun hoofdjes.
Om redelijke afstanden af te leggen is het raadzaam in Japan voor de grote wegen te kiezen, het alternatief is namelijk secondaire wegen die bijna altijd 50km of minder begrenzing hebben en door talloze kernen, vaak lelijk qua bouwstijl, gaan en eindeloze gereis opleveren, helaas zonder de charme ervan. Er is geen echt alternatief voor de vaak dure tolwegen.
De charme van veel dorpen is de afgelopen jaren door modernisering te niet gedaan. Hetzelfde wat je bij het in de WO2 gespaarde Kyoto zag is elders ook gebeurd,. Er is in de loop van de geschiedenis weinig duurzaam gebouwd, alles hout met rijstpapieren wanden en tatamimatten op de vloer, zodat veel in slechte staat verkeerde en er in de herstelfase na de oorlog een moderniseringsgolf op gang kwam die vooral praktisch was, dat wil zeggen er ontstonden foei lelijke bouwsels van grijs beton en aluminium en staal met alle draden boven de grond en ontsierend gepaald, het enige dat vaak gespaard bleef waren de oude tempels en schrijnen die, zeker in Kyoto, de bekende parels zijn temidden van veel lelijks. Inmiddels is er zeker wel oog voor fraaie architectuur en zijn onder ander, om er een paar te noemen, centra van Fukuoka, Osaka en ook Kobe voorbeelden van soms zeer indrukwekkende architectuur.
Dat was een samenvatting van onze reisjes naar het eiland Kyushu dat de indruk geeft van weinig dichte bevolking, er ontbreken grote bewoningskernen en er is veel bergland, echt Japans met steile hellingen waartegen geen bebouwing mogelijk is en vele smalle dalen, er wonen 382 personen per km². Het grappige is dat dit getal voor heel Japan 337 is; nog minder dicht dan Kyushu. Het is goed te realiseren dat maar 30% van het land bewoonbaar blijkt, de rest is bergen en dalen zoals net beschreven en het eiland Kyushu toont veel van die bergen en dalen; het gebied waar wij wonen op Honshu is groot deel alluviale vlaktes, Osaka, Kobe en Tokyo of een vlak gebied tussen de bergen zoals Kyoto, Nagoya zodat grote verstedelijkte gebieden daar ontstaan zijn met een zeer grote bevolkingsdichtheid.
Op Kyushu ligt Nagasaki. Nagasaki blijft een verhaal apart door de historische band met Nederland. Het eilandje Decima is volledig door de stad opgeslokt, maar wordt nu als een soort Zaanse Schans leuk gerestaureerd, ook het oude Hirado, de plaats waar de Nederlanders zich eerst vestigden en een grote factorij bouwden, groter dan het kasteel van de lokale heerser, toont door een fantastische herbouw van deze, op last van die heerser afgebroken, factorij te willen investeren in haar verleden. Huis te Bosch als attractiepark in de buurt is door zijn herkenbaarheid van Nederlandse gebouwen, grotendeels in gebruik als eetplaatsen en andere attracties, een omrijden waard. Nagasaki, doel voor de tweede atoombom wegens de grote concentratie Mitsubishi zware industrie vestigingen, producent van onder andere de beroemde Zero, de A6M, vliegtuigen, is volledig herbouwd en behalve het indrukwekkende museum is er weinig te zien van de bijna totale destructie die plaats heeft gehad. Dat bijna slaat onder andere op de historische begraafplaats dat achter een hellinkje aan de rand van Nagasaki lag en daardoor tegen de blast beschermd werd. Voorts hebben we het kleinere ten zuiden van ons eiland Honshu gelegen Shikoku tweemaal uitgebreider bezocht. De eerste maal dankzij de Lonely Planet, met name de beschrijving van Alex Kerr van Iya Valley, de tweede keer, recent, om de Shimato gawa ( gawa= rivier) te verkennen en er te kamperen.
Alex Kerr was zeer gecharmeerd geraakt van Japan en later gedesillusioneerd ( lees “Dogs and Demons” en “ Lost Japan” maar) en beschreef zeer lovend de vallei van de Iya- gawa; vooral mooi door het redelijk ongerepte karakter van deze rivier. Het is opmerkelijk hoe slechts een aantal rivieren de investeringszucht van de betonmaffia hebben kunnen ontkomen en nu aangeprezen worden als ongerept. Het moet gezegd worden: er kan enorm veel water vallen uit de Japanse lucht en het lijkt erop dat de steile hellingen met slechts een geringe humus laag een beperkte spons functie hebben zodat het water direct naar beneden komt; Japans rivierwater is bekend als erg zacht doordat het nauwelijks kalk opneemt uit en door de bodem, samenhangend met deze snelle afvloed. Dit zorgt dan weer voor forse overlast zodat de waterbouwkundige Johannus de Rijke in 1872 naar Japan gehaald werd om dit te helpen reguleren. Er kwamen dammen, heel veel dammen en later betonnen wanden want al die landslides waren ook maar niets en bovendien gevaarlijk, zodat nu volgens de gegevens 97% van de rivieren meer of minder betonneerd is.
Om Shikoku te bereiken neem je eerst bij Kobe de Akashii- Kaikyobrug, de grootste hangbrug ter wereld met een lengte van 1,9 km en een totale lengte van 4km, om na het Awajieiland, het epicentrum van de Kobe earthquacke in 1995, overgestoken te zijn via de Onaruto- bashi, maar 876meter, op Shikoku aan te komen.
Van Iya valley terug zijn we via Takamatsu en de Great Seto Bridge, bestaande uit zes bruggen, nl Shimotsui-Seto Bridge, Hitsuishijima Bridge, Iwakurojima Bridge, Yoshima Bridge, Kita Bisan-Seto Bridge, and Minami Bisan-Seto Bridge naar Honshu teruggereden. Gedurfde staaltjes van ontwerp in een aardbevingsgevoelig land.
De tweede keer, recent afgelopen maand, zijn we weer via Awajieiland naar Shikoku gereden om te gaan kamperen langs de Shimanto river, die wegens zijn ongerepte loop een aparte charme zou hebben. Via Kochi, een plaats aan de kust, niet echt het vermelden, laat staan omrijden, waard ( behalve een oude, vrij kleine Japanse brug, replica, is er niets de echte moeite), waar we overnachtten kwamen we aan de Pacific zee kust om door te rijden langs de kust naar de monding van de Shimanto alwaar we een aardige camping vonden met uitzicht op die Grote Stille Oceaan; helaas geen walvissen. Het ging regenen en er waren nog meer regenbuien verwacht, zodat na een goede nacht de tent, uiteindelijk ook weer in een stortbui, kon worden opgepakt en we het kam
peren voor deze reis voor gezien hielden. De verwachting was 70% regen. Het was overigens een fraaie toch, met weinig regen, langs deze Shimantogawa via een slingerende, vaak een baans, oeverweg naar het noorden.